Hoofdstuk 9 - Les 2

.NET Framework instellingen kunnen worden aangepast in de .config bestanden.

In de <assemblyBinding> element in de <runtime> sectie van het machine.config bestand kan opgegeven worden waar de runtime assemblies kan vinden.

Via de DEVPATH environment variabele kunnen ook gedeelde assemblies geconfigureerd worden. De runtime zoekt dan alle paden af die in de DEVPATH zijn gedefinieerd. DEVPATH kan als volgt ingesteld worden:
  1. Rechtermuisknop op Deze computer, eigenschappen
  2. Advanced System Settings
  3. Advanced tab, System properties, Environment variables
  4. klik New
  5. naam: DEVPATH value: het pad naar de gedeelde assemblies

Nadat de environment variabele is gezet, zet de developmentMode op true in machine.config.

Ook kan gebruik gemaakt worden van de Microsoft .NET Framework 2.0 Configuration Tool (Mscorcfg.msc) vanuit de Administrative Tools in het start menu of via het pad waar het framework geinstalleerd staat. Deze tool is enkel beschikbaar als de SDK is geinstalleerd van het 2.0 Framework.

De assembly cache is een centraal punt die gedeelde assemblies bevat waar meerdere assemblies naartoe verwijzen. Als een class door meerdere assemblies wordt gebruikt, kan die in de assembly cache worden geplaatst. Om een assembly aan de cache toe te voegen kan dit d.m.v. de Configuration Tool of via de Global Assembly Cache Tool (gacutil.exe).

Een assembly kan geconfigureert met een assembly version binding policy of een codebase.

  • Assembly version binding: Maakt het mogelijk om een nieuwe versie van de assembly te specificeren als een applicatie een andere versie nodig heeft.
  • Codebase: Maakt het mogelijk om een specifieke locatie op te geven van een assembly voor een bepaalde versie.

Beide kunnen worden geconfigureerd met de .NET Framework 2.0 Configuration Tool

  1. klap deze computer uit, rechter muisknop Configured Assemblies en klik Add
  2. Selecteer een assembly uit de assembly cache en klik Finish
  3. In de properties tab, selecteer de Binding Policy tab om de bindings te specificeren.

Ook kunnen er met deze tool remote asselmblies worden opgegeven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

[SQL Server] varchar vs nvarchar

MS Sql 70-461: Chapter 5

[C#] Class serialiseren en deserialiseren